Lubertus Klaassen (1819-1881)

Kinderen

Lubertus en Clasina brengen zes kinderen groot. Twee zoons met hele grote gezinnen en vier dochters met juist heel weinig nageslacht.

Pieter en Barend

De oudste twee zijn de zoons Pieter (1850-1934) en Barend (1852-1923), die samen een timmermansbedrijf hadden in Hoofddorp. Van beiden is een fotoalbum te vinden op deze site.

  • Fotoalbum Pieter Klaassen
  • Fotoalbum Barend Klaassen

Hester

Hun oudste dochter was Hester Klaassen (1854-1943). Over haar vertelt Jacob Klaassen in zijn familieverhaal:

Tante Hes is tweemaal gehuwd geweest. Haar eerste man kwam uit Noordwijk. Gerrit Waayer was smid en fietsenhersteller in Hoofddorp en later in Amsterdam. De Engelsman Dunlop had de luchtband uitgevonden en de fiets, die in de handel kwam, had zo ongeveer het model als nu nog in gebruik is.

De fiets met het hoge voorwiel en klein achterwiel was verleden tijd geworden en de “Rover” (zo werd het nieuwe model genoemd) was nu populair. Alleen het leren rijden was nog een probleem; niet voor de gewone man, want die liep net zolang op straat achter de fiets van zijn vader, vrouw of dochter aan tot dat ze los konden rijden, maar dat kon toch niet met de dokter, de notaris en hun deftige dames. Tante Hes haar man, Gerrit Waayer, die nu in Amsterdam woonde, had hiervoor een oplossing gevonden: hij kreeg de beschikking over een grote zaal en daar konden de deftige dames en heren met behulp van de knechten uit de rijwielzaak hun nieuw gekochte fietsen leren berijden. Het verhaal gaat verder, dat een van de dames leerlingen een eind maakte aan het eerste huwelijk van tante Hes. Haar tweede man, Joost Dekker had een kleine boerderij aan de Kruisweg, op de plaats waar nu de snelweg Amsterdam/Den Haag loopt. We zijn daar wel geweest. Het was een flinke wandeling vanaf Hoofddorp, maar een glas zuiver bessensap of geitenmelk was onze beloning.

Hester bleef kinderloos. Verder weten we weinig over haar. Er zijn maar twee foto’s van haar bekend. Op hoge leeftijd, samen met haar twee zusters die dan nog in leven zijn. Zij overleed in 1943 op 88-jarige leeftijd in Haarlem.

Catharina

De tweede dochter was Catharina Klaassen (1856-1916). Uit het familieverhaal van Jacob Klaassen:

Tante Kaatje bleef ongehuwd. Zij woonde tegenover de korenmolen van Engel “Hoop op Zegen” in de Concourslaan. Zij was naaister en leerde meisjes naaien en breien. Ze had ook een Zondagsschool en maakte voor bruidjes de jurken die op de huwelijksdag gedragen werden. Tante Hes heeft toen ze weduwe was geworden nog jaren bij haar ingewoond.

Dat laatste lijkt niet te kloppen met andere gegevens. Kaatje overleed in 1916 en haar zuster Hes werd pas in 1922 weduwe van haar tweede man Joost Dekker. Het zou kunnen gaan over de periode tussen de scheiding van haar eerste man en het huwelijk met haar tweede man (1900-1906). Wel heeft hun moeder Cientje nog een aantal jaar als weduwe bij Kaatje gewoond.

Neeltje

Daarna kwam Neeltje Klaassen (1859-1944). Zij was diacones in Haarlem. Toen ze vijftig jaar diacones was is ze onderscheiden als Ridder in de orde van Oranje Nassau.

Clazina

De jongste dochter was Clazina Johanna Klaassen, geboren 1867.

Zij trouwde met Frits de Witt, bakker op De Glip. De Glip is een buurtschap bij Heemstede.

Tenslotte zijn in de burgerlijke stand nog de geboortegegevens te vinden van twee kinderen die geboren werden tussen Neeltje en Clazina, maar beiden voor hun eerste levensjaar overleden.